In Trouw vertelt de bekende cultuurfilosoof over zijn laatste boek ‘Andermans Rotzooi.’ Over de troep op straat en in stations. Ik was benieuwd hem te ontmoeten, had genoten van zijn boek ‘Leven aan de onderkant’, waarin hij stelde dat het een misverstand is te denken dat mensen met een uitkering alleen zielig zijn, of slachtoffer van hun omstandigheden. Hij had in zijn praktijk als psychiater in een ziekenhuis en een gevangenis ervaren hoe makkelijk het is om een ander in de rol te duwen. Ik herkende zijn scherpe en vaak geestige observaties uit mijn tijd als maatschappelijk.
werker in Londen. Zijn nieuwe kruisvaart, die tegen rotzooi, spreekt me minder aan. Het lijkt of Dalrymple een beetje een oude mopperaar wordt die het betreurt dat de kinderen van nu geen manieren worden bijgebracht. Zelf is hij uitermate beleefd, bijna té, wat plezierig is maar ook een beetje beklemmend. Ik kan het niet laten en zeg dat hij moet uitkijken niet al te zuur te worden. Wat kan hem dat schelen dat er rotzooi op straat ligt, je kan je toch niet over alles gaan opwinden? Maar in Engeland, zegt hij, is het werkelijk verschrikkelijk. Als je met de auto rijdt, zie je overal blikjes en ander afval. Een paar dagen na onze ontmoeting reis ik per auto naar Engeland. Twee weken rij ik op grote en kleine wegen. Niet op zoek naar zijn afval maar ik let wel op. Soms veert mijn hart op als ik een stukje plastic zie liggen, maar meestal is het overal rustig en schoon. Vast de verkeerde wegen uitgezocht.